Jubileumboek Hoofdstuk 4

4    Jeugd en Milieu: voorlichting en educatie

Gee Inia-Crom, secretaris commissie Voorlichting van 1971 tot 1993

Commissie Voorlichting

Na de oprichting van de Milieuraad Hengelo werd al snel de Commissie Voorlichting in het leven geroepen. De eerste vergadering was op 16 oktober 1972. Gee Inia-Crom werd secretaris en verder maakten twee biologen en verschillende actieve leden van de bij de Milieuraad aangesloten verenigingen deel uit van de commissie.

Gee over die beginperiode: “Wij gaven onder andere voorlichting aan vrouwengroepen, waarvoor we een dialezing samenstelden en illustratiemateriaal verzamelden. We organiseerden ook een discussiemiddag met leerlingen van de Sociale Academie, waaraan behalve onze leden ook de directeur van Natuur en Milieu Overijssel meedeed. Natuur en Milieu Overijssel was in die begintijd een belangrijke bron van inspiratie en kennis.

Wij besloten ons ook te richten op de jeugd. Door middel van tentoonstellingen voor de hoogste klassen van de basisscholen en voor het voortgezet onderwijs. De heer Struik, schoolbioloog in Enschede, heeft ons met zijn ervaring op weg geholpen en via hem was er medewerking van het Natuurmuseum. Er was bovendien een uitstekende samenwerking met het gemeentebestuur. We konden gebruik maken van de hal van het stadhuis en ontvingen een subsidie voor de onkosten.

Opening tentoonstelling in gemeentehuis Hengelo in 1974.

Bij de organisatie van de veertien tentoonstellingen hebben wij bovendien veel steun gehad van de gemeentelijke afdeling onderwijs, die de bezoekroosters van de scholen verzorgde. En ook de afdeling algemene zaken, de reinigingsdienst, gemeentewerken, de afdeling plantsoenen, het gas- en drinkwaterbedrijf, de afdeling Voorlichting en de bodes waren altijd bijzonder behulpzaam, evenals natuurgidsen van het IVN.

Ook kregen we bij de tentoonstellingen hulp van:

  • bibliotheek Hengelo
  • de Schoolbegeleidingsdienst
  • de Provincie
  • Staatsbosbeheer
  • Natura Docet
  • Waterschap Regge en Dinkel
  • landelijke instellingen, zoals Behoud Waddenzee en Milieudefensie.

De tentoonstellingen kregen ruime aandacht van de pers en van elke tentoonstelling werden affiches opgehangen in de stad. De opening werd verricht door de Burgemeester of één van de wethouders. Het gemiddeld aantal bezoekers was 4000 per tentoonstelling. Niet slecht, al zeg ik het zelf. Ik hoop dat onze tentoonstellingen de kinderen een groter milieubesef hebben gebracht en ook hun ouders milieubewuster hebben gemaakt.”

Veel verschillende thema’s

“Vuil is gewoon vies”, was de titel van de eerste tentoonstelling in 1973. Er zouden in de jaren daarop nog dertien volgen, met titels o.a.:

  • Afval;
  • Als Bomen konden spreken;
  • Energie bewust en leefbaar is anders;
  • Groen in de buurt;
  • Jeugd en Milieu;
  • Lucht om te leven;
  • Natuurbehoud is zelfbehoud;
  • Welk dier woont hier?;
  • Water;
  • Zure regen.

Een maquette van Waterschap Regge en Dinkel was heel bijzonder. Elke tentoonstelling leverde weer nieuwe samenwerkingspartners op. Zo werkten aan de tentoonstelling ‘’Lucht om te leven’’ de plaatselijke industrie en de luchtmachtbasis mee. En konden de leerlingen de provinciale Meetauto Luchtvervuiling bezoeken.

De tentoonstelling ‘’Jeugd en milieu’ in 1978, zo herinnert Gee zich, had een andere opzet. “Deze werd namelijk helemaal door de scholen zelf gemaakt. De Milieuraad zorgde voor een lijst met onderwerpen waaruit de vijftien scholen die meededen konden kiezen. Eén school maakte een prachtige maquette van De Houtmaat. Ook werden geveltekens gemaakt, voorzien van hun betekenis. De heer Haanstra ging met vogelkenner de Boer de natuur in met de kinderen. Zij maakten foto’s en namen vogelgeluiden op voor hun werkstukken. De tentoonstelling was een doorslaand succes. Ook al omdat veel ouders de prestaties van hun kinderen kwamen bekijken.”

Goed bewaard gebleven poster van een van de dertien tentoonstellingen in gemeentehuis Hengelo.

 Een andere richting op

In 1987 werd in overleg met de scholen besloten te stoppen met de tentoonstellingen. Andere zaken kregen bij de Milieuraad prioriteit, zoals het realiseren van kindertuintjes en schooltuinen, samen met de afdeling Plantsoenen van de gemeente Hengelo. Alhoewel de belangstelling tegen viel, werden in de Sterrenbuurt de eerste tuinen ingericht. Ook de inspanningen om een volkstuinvereniging op te richten konden helaas op niet veel interesse rekenen.

Wel succesvol waren de acties van de Milieuraad richting de gemeente Hengelo om een schoolbioloog aan te stellen. ‘’Dat ging eerst ook best wel moeizaam”, zo vertelt Gee, “maar in 1978 werd dan toch de heer Breukink aangesteld. Hij verrichtte geweldig goed werk op scholen, maar werd in 1983 zeer tot onze spijt overgeplaatst naar de gemeentereiniging. Wel kwam er een informatiecentrum voor natuur en milieu.”

Volkstuincomplex Zwavertsweg van de gemeente uit de jaren ’70 is nu Volkstuinvereniging Thrinon.

Andere belangrijke mijlpalen van de commissie Voorlichting waren de door mevrouw van der Zee-Kruseman gemaakte serie ‘’De milieubewuste mens en zijn wereld’’, bedoeld om scholieren materiaal te bieden voor scripties en studieprojecten. En het door mevrouw Mol-Lanooy gemaakte rapport over landelijke compostering.

Lees verder in hoofdstuk 5: Milieuraad Hengelo in de jaren ’90.

Reacties zijn gesloten.